Reinder Stolte

Reinder Stolte

profile-pic
Je privacy is geen abstract recht
plasje

Je privacy is geen abstract recht – het is jouw digitale sokkenlade (en iedereen kan erin kijken)

17 juli 2025

“Ik heb niks te verbergen”

“Ik heb toch niks te verbergen.” hoor ik bijna dagelijks als argument om zich niet met privacy bezig te hoeven houden. Alsof privacy vooral iets is voor mensen met duistere hobby’s of geheime agenda’s. Maar privacy gaat helemaal niet over geheimen. Het gaat over regie. Over wie er meekijkt, wat er wordt opgeslagen en waar het uiteindelijk belandt.

We klikken massaal op ‘akkoord’ zonder te lezen, verbinden apparaten met het internet alsof het speelgoed is, en delen gedachteloos onze locatie, contacten en gedrag. Ondertussen kijken algoritmes, bedrijven en datamakelaars stilletjes mee, vaak zonder dat we ons daarvan bewust zijn. Niet om te stelen, niet per se uit kwade wil — maar omdat het verdienmodel het toelaat. Of sterker nog: stimuleert.

Kleine handelingen, grote gevolgen

Stel je voor: je downloadt een productiviteitsapp omdat een collega enthousiast is. De app vraagt om toegang tot je agenda, je contacten en je microfoon — "voor een betere gebruikerservaring". Je klikt op ‘toestaan’ zonder aarzeling. Wat je niet weet, is dat diezelfde app data doorstuurt naar een bedrijf dat advertenties verkoopt aan recruitmentbureaus. En plots verschijnen er vacatures in je feed die akelig goed aansluiten bij de frustraties die je vorige week op Slack uitte.

Of je gebruikt die populaire slimme deurbel, handig voor pakketjes. Wat je niet ziet, is dat de beelden worden opgeslagen op servers buiten Europa, en — in sommige gevallen — worden gedeeld met externe partijen voor "analyse". Wie kijkt er allemaal mee als je kinderen thuiskomen van school?

De grens tussen gemak en controleverlies is flinterdun geworden. En het verraderlijke is: het voelt allemaal heel normaal.

AI maakt alles slimmer – ook het misbruik

Kunstmatige intelligentie heeft veel goeds gebracht. Snellere analyses, betere voorspellingen, en soms zelfs creativiteit die verrast. Maar AI heeft één nadeel: het heeft niet veel informatie nodig om conclusies te trekken. Een paar zoekopdrachten, scrollgedrag of locatiebewegingen zijn vaak al genoeg om te voorspellen wat je nodig hebt, denkt of overweegt.

Zo wordt gedrag vertaald naar profielen. Niet alleen voor advertenties, maar ook voor risicobeoordeling, kredietwaardigheid, en zelfs voor HR-beslissingen. Het gaat niet meer om wat je hebt gedaan, maar om wat je waarschijnlijk zult doen. En daarin schuilt het risico: de mens wordt gereduceerd tot een voorspelling.

Dat klinkt misschien abstract, maar het heeft hele concrete gevolgen. Een sollicitant krijgt geen uitnodiging omdat z’n online gedrag “niet aansluit bij de bedrijfscultuur”. Een medewerker wordt onder de loep genomen omdat een AI-tool onregelmatigheden in werktijden detecteert. En nee, dat hoeft niet fout bedoeld te zijn — maar het is wél fout gevoelig.

We overschatten techniek, we onderschatten onszelf

Veel van de risico’s komen niet door ‘slimme’ technologie, maar door ons eigen gedrag. We kiezen voor gemak, en dat is begrijpelijk. In een druk leven wil je niet bij elke app de voorwaarden doorploegen of bij elke update op je hoede zijn. Maar het is precies in dat gemak dat de meeste datalekken, identiteitsfraude en digitale misverstanden ontstaan.

We vertrouwen op tools omdat ze ons werk uit handen nemen. Dat is op zich prima. Maar we vergeten te vragen: waar gaan mijn gegevens naartoe? Wie heeft toegang? En wat gebeurt er als die tool morgen overgenomen wordt door een andere partij met andere bedoelingen?

Bovendien zijn we vaak te open op plekken waar we denken dat het veilig is. LinkedIn bijvoorbeeld. Een prima plek om je expertise te delen, maar ook een goudmijn voor social engineering. Criminelen hoeven je niet te hacken als je zelf al vertelt waar je werkt, welke tools je gebruikt, wanneer je op vakantie gaat en hoe je team is samengesteld. Het is als een puzzel: de stukjes liggen al op tafel, ze hoeven alleen nog gelegd te worden.

Privacy is niet alleen persoonlijk — het is ook politiek en ecologisch

Wat we vaak vergeten, is dat privacy niet alleen een individueel belang is. Het raakt aan democratie, aan macht en zelfs aan het milieu. Want hoe meer data we verzamelen, hoe meer infrastructuur we nodig hebben. En datacenters draaien niet op lucht. Ze verbruiken water, stroom, koeling — en vaak ook schaarse grondstoffen. Al dat gemak heeft dus ook een ecologische voetafdruk.

Daarnaast is er de machtsvraag. Een handvol bedrijven beheerst inmiddels een groot deel van onze communicatie, data-opslag en AI-capaciteit. Wie toegang heeft tot die infrastructuur, heeft invloed. En wie invloed heeft, bepaalt de spelregels. Privacy is dus ook een kwestie van machtsverdeling. En hoe meer we ervan opgeven, hoe minder grip we overhouden op die verdeling.

Wat kun je doen, zonder paranoia?

Je hoeft geen specialist te zijn om grip te krijgen op je digitale leven. Je hoeft ook geen actielijstjes af te werken of je hele techstack om te gooien. Het begint bij bewustzijn. Bij het stellen van vragen. Bij het af en toe op de rem trappen voordat je weer achteloos op “akkoord” klikt.

Misschien is het genoeg om te beginnen met één gewoonte: gebruik voortaan alleen tools waarvan je weet hoe ze omgaan met je gegevens. Of stel jezelf de vraag of die slimme assistent die je helpt met samenvattingen écht geen verborgen bijbedoelingen heeft.

En ja, soms betekent dat iets langer zoeken, iets minder gemak, of een andere workflow. Maar je wint er iets voor terug: rust. Zekerheid. Eigenaarschap.

Je hoeft niks te verbergen om iets te beschermen

Privacy draait niet om geheimhouding. Het draait om keuzevrijheid. Jij bepaalt wie wat mag weten. Wie je mag volgen. Wie iets van je mag opslaan. En wanneer dat vertrouwen misbruikt wordt, moet je de vrijheid hebben om daar wat aan te doen.

We hoeven niet bang te zijn voor technologie — ik gebruik het dagelijks, met plezier. Maar we moeten ons niet blind overgeven. Een beetje achterdocht is gezond. Niet omdat iedereen kwaad wil, maar omdat systemen nou eenmaal niet ontworpen zijn met jouw belangen voorop.

Dus blijf nieuwsgierig. Stel vragen. En wees niet die collega die roept: “ik heb toch niks te verbergen”, terwijl zijn webcam nog openstaat na het videobellen.

En nu?

Wat betekent privacy voor jou? Heb je ooit bewust een digitale gewoonte veranderd nadat je inzag wat er met je data gebeurde? Of werk je in een organisatie waar bewustwording rondom privacy groeit — of juist ontbreekt?

Ik ben benieuwd naar je ervaringen. Niet als expert, maar als collega, ouder, burger. Want uiteindelijk delen we allemaal hetzelfde digitale speelveld. Laten we zorgen dat het veilig blijft.